WENG - Werkelijk EnergieNeutraal Gebouw

_JMS5253.jpg04-december-2018

Bestaande instrumenten, zoals de BENG-eisen en Energielabels, zijn onvoldoende om grip te krijgen op de werke­lijk benodigde energiebesparing in de gebouwde omgeving. Tijdens de TVVL Techniekdag presenteerde TVVL vandaag dé oplossing voor het klimaatakkoord: het WENG-label. Aansluitend werd het label overhandigd aan Diederik Samsom, onderhandelaar voor het Nederlandse klimaatakkoord.

WENG staat voor Werkelijk EnergieNeutraal Gebouw en is een gestandaardiseerde methodiek voor het bepalen van een indicator voor de werkelijke energie-efficiëntie van een gebouw. De WENG-indicator is gebaseerd op het aan de hoofdmeters van het gebouw gemeten energiegebruik en het gebruiksoppervlak van een gebouw. 

WENG-protocol
In het WENG-protocol staat hoe gecorrigeerd kan worden voor weersomstandigheden en hoe bepaalde verbruik­sposten, zoals bijvoorbeeld laadpalen, uitgesloten kunnen worden. Uitgangspunt bij alle correcties op de basis­formule is dat de correcties alleen toegepast mogen worden als deze gebaseerd is op een meting.

Een gebouw zonder mensen er in mag dan wel een laag energiegebruik hebben, maar efficiënt is het niet. Daarom is het mogelijk om het WENG-label te corrigeren voor de gebruiksinten­siteit van het gebouw. Een gebouw dat intensief gebruikt wordt, heeft dus een lager WENG-label. De WENG-label van een gebouw is te berekenen op www.WENG.nl.

Brede toepasbaarheid
Vertrouwen in de WENG-label is essentieel voor een brede toepasbaarheid in de gebouwde omgeving. Daar­om wordt het WENG-label objectief en controleerbaar vastgesteld. Dit wordt gedaan door het energiegebruik altijd te baseren op het door een erkend meetbedrijf vastgestelde jaarverbruik. Het gebruiksoppervlak wordt gebaseerd op het bij het kadaster geregistreerde gebruiksoppervlak.

Een indicator zonder context heeft geen betekenis, daarom wordt de WENG-indicator vergeleken met streefwaar­den (energieneutraal en de 2030 doelstelling) en met de andere gebouwen in de WENG database door middel van een benchmark. Hiervoor is een klasseindeling gemaakt. 

Label

Benaming

% Gebouwen

Criterium [kwh/m2]

WENG A

werkelijk energieneutraal

variabel

W = 0 + 7

WENG B

klaar voor 2030

variabel

W ≤ 60

WENG C

zeer zuinig

10% (van de rest)

W ≤ 85

WENG D

zuinig

22,5%

W ≤ 125

WENG E

gemiddeld

35

W ≤ 240

WENG F

onzuinig

22,5%

W ≤ 390

WENG G

zeer onzuinig

10%

W > 390

 

Akkoord van Parijs
Bij het Akkoord van Parijs is afgesproken dat in 2030 ongeveer de helft minder broeikasgassen uitgestoten worden dan in 1990. In Nederland heeft dit geresulteerd in het Klimaatakkoord.

Binnen het Klimaatakkoord zijn er 5 verschillende platformen geformeerd, de Klimaattafels, waarbinnen afspraken gemaakt worden. Afspraken met betrekking tot de gebouwde omgeving worden gemaakt aan de Klimaattafel gebouwde omgeving, waar ook de utiliteitsgebouwen onder vallen.

Om de reductie voor utiliteitsgebouwen te kunnen realiseren is door de klimaattafel voorgesteld om normering te richten op het werkelijke energiegebruik van gebouwen. Ook is voorgesteld om data met betrekking tot het werkelijke energiegebruik te verzamelen en daarmee benchmarks uit te voeren. Een benchmark kan door de markt zelf opgepakt worden en zelfregulering speelt hier een belangrijke rol in.

 Het label is tijdens de TVVL Techniekdag overhandigd door TVVL voorzitter Henk Willem van Dorp en Michiel van Bruggen (De Energiemanager en Expertgroep Klimaattechniek) aan Diederik Samsom.

« Terug